Read Traguardo Letture - La mia Grammatica attiva 4-5 by ELI Publishing on Issuu and browse thousands of other publications on our platform. Start ...
Spreekt u nog (bijna) geen Nederlands? Wilt u Nederlands leren? Of gewoon graag oefenen? Kijk dan eens op onze site, heel veel oefeningen A1!
Verbes forts ou irréguliers / sterke werkwoorden of onregelmatige werkwoorden (irreguliere verba) Présentation : infinitif; prétérit, impa...
Spreekoefeningen met praatplaten / vragenspel vergroot de woordenschat en de spreekvaardigheid. Je kan de praatplaten op verschillende
Read Fantastici Noi - Grammatica 3 by ELI Publishing on Issuu and browse thousands of other publications on our platform. Start here!
Verbes forts ou irréguliers / sterke werkwoorden of onregelmatige werkwoorden (irreguliere verba) Présentation : infinitif; prétérit, imparfait; participe passé / Presentatie : infinitief; o.v.t., onvoltooid verleden tijd, imperfectum, preteritum; voltooid deelwoord, verleden deelwoord, participium (perfecti), participium (perfectum), participium van het perfectum Formes verbales au singulier et au pluriel / Werkwoordsvormen in het enkelvoud (de singularis) en in het meervoud (de pluralis) --------------- VERBES FORTS OU IRREGULIERS E. Doyen, licencié en philologie germanique --------------- Vertaling van de werkwoorden in het Frans Traduction des verbes en français verslinden : avaler, dévorer, engloutir vinden : trouver vlechten : tresser vlieden : fuir, s'enfuir vliegen : voler [dans les airs] vlieten : couler, fuir, ruisseler vouwen : plier vragen : demander vreten : dévorer vriezen : geler waaien : souffler [vent]; s'envoler, être emporté par le vent wassen (waste, wasten, gewassen) : laver wassen (wies, --, gewassen) : croître, grandir, pousser wegen : peser werpen : jeter werven : recruter; racoler [péjoratif] weten : savoir weven : tisser wezen : être wijken : reculer, céder, fléchir wijten (aan) : attribuer (à), imputer (à) wijzen : montrer, indiquer willen : vouloir winden : enrouler, envelopper winnen : gagner worden : devenir wreken : venger wrijven : frotter wringen : tordre zeggen : dire zenden : envoyer zien : voir zijn : être zijgen : s'affaiser; passer, filtrer zingen : chanter zinken : sombrer, couler zinnen (op) : songer (à), penser (à), réfléchir (à) / ook : zinnen, zinde, zinde, gezind [naar de zin zijn, aanstaan] : plaire à, convenir à zitten : être assis zoeken : chercher zouten : saler zuigen : aspirer, sucer zuipen : se soûler, picoler zwelgen : se vautrer (dans), se gargariser (de); avaler goulûment, engloutir, ingurgiter zwellen : enfler, gonfler zwemmen : nager zweren (zwoer, zwoeren, gezwoeren) : jurer, prêter serment zweren (zwoor/zweerde, zworen/zweerden, gezworen) : suppurer, s'infecter zwerven : errer, vagabonder zwijgen : se taire --------------- Pinterest : document 'onregelmatige of sterke werkwoorden (4)' / format JPEG https://www.pinterest.fr/pin/319051954842731110/ https://i.pinimg.com/564x/33/e9/1d/33e91d25f2e44d135e516012936e8129.jpg Doctissimo : document 'onregelmatige of sterke werkwoorden' (4) / jpeg-formaat http://club.doctissimo.fr/profnlds/nederlandse-spraakkunst-neerlandaise-805740/photo/sterke-onregelmatige-werkwoorden-27599266.html
Read Analisi Grammaticale Insieme by ELI Publishing on Issuu and browse thousands of other publications on our platform. Start here!
Een pagina over werkwoordspelling NT2 voor NT2'ers. Modale werkwoorden, regelmatige werkwoorden, onregelmatige werkwoorden en overzichten.
Verbes forts ou irréguliers / sterke werkwoorden of onregelmatige werkwoorden (irreguliere verba) Présentation : infinitif; prétérit, impa...
Verbes néerlandais / Nederlandse werkwoorden, Nederlandse verba Vocabulaire néerlandais / Nederlandse woordenschat ---------------- ...
Read NUOVI TR@GUARDI La mia grammatica attiva 4-5 by ELI Publishing on Issuu and browse thousands of other publications on our platform. Start here!
Antonymes, contraires / Antoniemen, tegengestelden, tegenovergestelden Structure : TE + adjectif qualificatif [TROP + adjectif qualificatif] / Structuur : TE + bijvoeglijk naamwoord, TE + adjectief Exercice grammatical / Grammaticale oefening Construction de phrases / Zinnen bouwen Niveaux : 4N1, 4N2, 5N2 / Niveaus : 4N1, 4N2, 5N2 --------------- Grammatica-oefening / Exercice grammatical Tegengestelden, antoniemen / antonymes --------------- phrases modèles / Voorbeeldzinnen 1) Hij past de trui van zijn vader (aan), maar de trui is te groot. 2) De trui die het meisje (aan)gepast heeft, is te klein. 3) De broek die het jongetje aan heeft, is te lang. 4) De broek die het jongetje aan heeft, is te kort. 5) De straat waardoor de auto rijdt, is te smal / nauw / eng 6) De man probeert de doos/de kist (op) te tillen, maar die is te zwaar. 7) Hij krijgt hoofdpijn omdat het geluid te hard is. 8) De twee kliffen/rotswanden staan te ver van elkaar (vandaan) en de man kan de overkant niet bereiken. 9) Het water in de badkuip/het bad is te warm en de vrouw moet even wachten voordat ze een bad neemt. / … wachten tot(dat) het water afgekoeld is. 10) De man wil in de zee zwemmen/De man steekt een teen in de zee, maar het water is te koud. 11) Het kind wil de appel plukken, maar de tak van de boom is/hangt te hoog. 12) De omheining/het hek van de tuin is te laag en de hond springt er altijd over. ➛ woordenschat : (aan)passen : essayer [un vêtement] / smal = nauw = eng : étroit / de doos : la boîte / de kist : la caisse / (op)tillen : lever, soulever / zwaar : lourd / het geluid : le son / de klif : la falaise / de rotswand : la paroi rocheuse / de badkuip = het bad : la baignoire / afkoelen : refroidir / een teen steken in … : mettre un orteil dans [l'eau] / plukken : cueillir / de tak : la branche / de omheining : la clôture / het hek : la barrière --------------- Pinterest : 'Te + bijvoeglijk naamwoord (adjectief)' / jpeg-formaat https://www.pinterest.fr/pin/319051954831172061/ https://i.pinimg.com/564x/1d/0c/79/1d0c7956c8add37491e44fde537a3b7a.jpg Doctissimo : 'Te + bijvoeglijk naamwoord (adjectief)' / jpeg-formaat http://club.doctissimo.fr/profnlds/grammatica-oefeningen-nederlands-807825/photo/bijvoeglijk-naamwoord-adjectief-27220424.html http://aws-cf.imdoc.fr/prod/photos/2/2/5/11580225/27220424/big-27220424556.png?v=1 Document 'Te + adjectif' / format JPEG https://drive.google.com/file/d/18u2zo2Ef79qM107cjEinRuB7wkkAYnzF/view?usp=sharing
Door Wendy: Lessen uit reguliere taalmethodes kunnen soms best lastig zijn voor meertalige leerlingen die nog relatief kort in Nederland zijn. De oefeningen slu
Woordsoorten benoemen is vaak lastig en abstract voor kinderen. Er zijn veel posters ter ondersteuning op internet te vinden. De ene nog vrolijker en kleur
Hallo, Welkom terug bij leren met Anita en Suzanne. Voor veel kinderen is de werkwoordspelling lastig. Op schooltv staan een 2 filmp...
Dit bordspel is ontworpen door onze docent Bente van Gameren. Ze gebruikt het regelmatig in haar lessen. Het spel is te gebruiken op elk niveau. Je kunt altijd zelf regels toevoegen / minderen of e…
Emploi de l'imparfait, emploi du prétérit / Gebruik van de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), gebruik van het imperfectum (preteritum) Avec la conjonction de subordination : TOEN / Met het onderschikkend(e) voegwoord (de onderschikkende conjunctie, de subordinerende conjunctie) : TOEN Exercice grammatical / Grammaticale oefening --------------- Grammatica-oefening Het onderschikken(e) voegwoord (de onderschikkende conjunctie, de subordinerende conjunctie) : TOEN De o.v.t. (onvoltooid verleden tijd), het imperfectum, het preteritum Exercice grammatical La conjonction de subordination : TOEN L'imparfait, le prétérit TOEN Ter herinnering : handeling ➺ 1 keer in het verleden Pour rappel : action ➺ 1 fois dans le passé Zet de werkwoorden (verba) in de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd = het imperfectum, het preteritum). Mets les verbes à l'imparfait (au prétérit). 01) Ik .................... (zijn) op weg naar uw huis, toen ik uw broer .................... (ontmoeten). ➛ woordenschat : ontmoeten : rencontrer 02) Toen we in de eetzaal .................... (aankomen), .................... (staan) alles klaar. ➛ woordenschat : de eetzaal : le réfectoire, la cantine 03) Toen het negen uur .................... (worden), .................... ik eindelijk .................... (weggaan). ➛ woordenschat : eindelijk : finalement / weggaan : partir 04) Toen ze vorig jaar in Amsterdam .................... (zijn), .................... (bezoeken) ze het Rijksmuseum. ➛ woordenschat : vorig jaar : l'année dernière, l'année passée / bezoeken : visiter 05) Het .................... (sneeuwen) veel, toen het schip de haven .................... (verlaten). ➛ woordenschat : sneeuwen : neiger / het schip : le bateau / de haven : le port / verlaten : quitter 06) Toen ik je dat boek .................... (geven), .................... (weten) ik niet dat je het al .................... (hebben). ➛ woordenschat : weten : savoir / al : déjà 07) Juist toen ik in de trein .................... (stappen), .................... (roepen) iemand mij. ➛ woordenschat : stappen (in) : monter (dans) / roepen : appeler / iemand : quelqu'un 08) Hij .................... (zijn) zo depressief, toen we hem voor het eerst .................... (zien). ➛ woordenschat : voor het eerst : pour la première fois 09) Ze .................... (verliezen) haar trouwring, toen ze haar vakantie in Rome .................... (doorbrengen). ➛ woordenschat : verliezen : perdre / de trouwring : l'alliance / (zijn vakantie) doorbrengen : passer (ses vacances) 10) Toen het .................... (beginnen) te regenen, .................... (vluchten) iedereen naar binnen. ➛ woordenschat : naar binnen vluchten : se précipiter à l'intérieur ---------------- OPLOSSINGEN / SOLUTIONS 01) Ik was op weg naar uw huis, toen ik uw broer ontmoette. 02) Toen we in de eetzaal aankwamen, stond alles klaar. 03) Toen het negen uur werd, ging ik eindelijk weg. 04) Toen ze vorig jaar in Amsterdam was/waren, bezocht/bezochten ze het Rijksmuseum. 05) Het sneeuwde veel, toen het schip de haven verliet. 06) Toen ik je dat boek gaf, wist ik niet dat je het al had. 07) Juist toen ik in de trein stapte, riep iemand mij. 08) Hij was zo depressief, toen we hem voor het eerst zagen. 09) Ze verloor haar trouwring, toen ze haar vakantie in Rome doorbracht. 10) Toen het begon te regenen, vluchtte iedereen naar binnen. --------------- Doctissimo : Oefening : TOEN (onderschikkend voegwoord) + o.v.t., imperfectum / jpeg-formaat https://club.doctissimo.fr/profnlds/grammatica-oefeningen-nederlands-807825/photo/toen-imperfectum-oefening-29307758.html Pinterest : Oefening : TOEN (conjonction de subordination) + imparfait, prétérit / format JPEG https://www.pinterest.fr/pin/319051954858176578/ Oefening : TOEN (onderschikkend voegwoord) + o.v.t., imperfectum / pdf-formaat https://drive.google.com/file/d/1MHiaAeYcIk06Wz74rTFZfvkvtx6Dvppg/view?usp=sharing
Een pagina over werkwoordspelling NT2 voor NT2'ers. Modale werkwoorden, regelmatige werkwoorden, onregelmatige werkwoorden en overzichten.
What are the most important Dutch verbs, how do you conjugate them, and how are they used? We’ve put together this learning aid for you.
Gli avverbi: mappa visiva Una mappa dedicata agli avverbi. Sarà utile per conoscerli, consolidarli e ripeterli. Diritti d’autore: N.B. Tutte le risorse