Home
FAQ
Membership
Login
Register
Contact us
Image gallery for:
Nl secondaire
Advertisement
Grammatica-oefening : het imperfectum, het preteritum, de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd); l'imparfait, le prétérit / sterke en onregelmatige werkwoorden; verbes forts et irréguliers / Nederlands; néerlandais
nl
profnederlands
nederlands
L'inversion; de inversie / ordre des mots; woordvolgorde / exercice de grammaire; grammatica-oefening / néerlandais; Nederlands
NT2 - grammatica
L'adjectif possessif; het bezittelijk voornaamwoord (het possessief pronomen) / grammaire néerlandaise; Nederlandse spraakkunst (grammatica)
Tablero de motivación
Advertisement
Négation; ontkenning, negatie / NIET of GEEN? / exercice; oefening / grammaire; spraakkunst, grammatica / néerlandais; Nederlands
Nederlandse
profnederlands
oef
Adjectif qualificatif épithète; bijvoeglijk naamwoord [adjectief] : attributief gebruik / adjectif attribut; predicatief (gebruikt) bijvoeglijk naamwoord / grammaire; grammatica / néerlandais; Nederlands
Hollande
Het persoonlijk voornaamwoord (het pronomen personale); le pronom personnel / overzichtstabel; tableau récapitulatif / Nederlandse grammatica (spraakkunst); grammaire néerlandaise
Leraar
SNOEP : lekkernijen en zoetigheden (1) / geïllustreerde woordenschat in context; vocabulaire contextualisé et illustré / leesactiviteit; activité de lecture / Nederlands; néerlandais
Nederlandse woordenschat / vocabulaire néerlandais / Dutch vocabulary [2]
Grammatica-oefening : het imperfectum, het preteritum, de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd); l'imparfait, le prétérit / sterke en onregelmatige werkwoorden; verbes forts et irréguliers / Nederlands; néerlandais
Нидерландский язык
Sterke of onregelmatige werkwoorden (4); verbes forts ou irréguliers / alfabetische lijst; liste alphabétique / grammatica, spraakkunst; grammaire / Nederlands; néerlandais
School
Advertisement
Advertisement
Advertisement
Blindtest in Nederlands
Products
Woordenschat; vocabulaire : de smartphone; le smartphone / telefoneren, (op)bellen; téléphoner / Nederlands; néerlandais
Nederlandse woordenschat / vocabulaire néerlandais / Dutch vocabulary [2]
Onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.), conditionalis (presens); conditionnel présent / gebruik; emploi / grammatica, spraakkunst; grammaire / Nederlands; néerlandais
Nederlands
Woordenschat : werkwoorden (verba) [1]; verbes / vocabulaire / Nederlands; néerlandais
Woordenschat
Exercice de vocabulaire; woordenschatoefening : expressions néerlandaises contenant des noms de couleurs; Nederlandse uitdrukkingen met kleurnamen
Languages
Dossier 'RECLAME' (8) : Probeer een reclame te schrijven!; Essayez d'écrire une publicité! / schrijfvaardigheid; expression écrite / Nederlands; néerlandais
NT2 - taal algemeen
Verschil tussen de v.t.t. (de voltooid tegenwoordige tijd, het perfectum) en de o.v.t. (de onvoltooid verleden tijd, het imperfectum, het preteritum); différence entre le passé composé et l'imparfait (prétérit) / néerlandais, Nederlands / grammaire; spraakkunst
taal
Kennismakingsspel, kennismakingsvragen in de klas
Kinderen/ onderwijs/creatief
![Adjectif qualificatif épithète; bijvoeglijk naamwoord [adjectief] : attributief gebruik / adjectif attribut; predicatief (gebruikt) bijvoeglijk naamwoord / grammaire; grammatica / néerlandais; Nederlands](https://i.pinimg.com/originals/42/61/05/426105ff7f2b5fbbd6cbc3d83b49c34a.png)
![Woordenschat : werkwoorden (verba) [1]; verbes / vocabulaire / Nederlands; néerlandais](https://i.pinimg.com/originals/d2/5f/f5/d25ff5ce1295a21724cc90a7d82dd178.jpg)
