Ik word week van binnen als ik aan kloasepeirden denk. Voor de goeie verstaander: dit zijn (sinter)klaaskoeken, een regionale delicatesse die helaas niet te verkrijgen is in mijn regio. En ik mis het echt, want dit is voor mij puur jeugdsentiment. Elke zaterdagavond (in de weken voor de komst van de Sint) at ik dit samen met mijn ma. Met warme chocolademelk en echte boter. Heerlijk. Nu moest ik maandag toevallig in de buurt van Renee zijn die voor mij wel eens kloasepeirden wou bakken. Jongens toch dat heeft gesmaakt. Nog lekkerder dan bij de meeste bakkers. En ik heb het recept meegekregen. En nu jullie ook. Normaal gezien worden deze koeken in de vorm van een paard gemaakt, maar dat hoeft niet echt. Wat heb je nodig? 550 g bloem 250 ml lauw water 30 g verse gist 50 g suiker 2 eitjes 50 g zachte boter mespuntje kaneel 1 kleine tl zout Los de gist op in het lauwe water. Doe alle ingrediënten (behalve 1 ei en het zout) in de keukenrobot en laat wat mengen. Als het deeg min of meer homogeen is, mag je er het zout bij doen. Kneed minstens 5 minuutjes op middelmatige stand. Als het deeg elastisch geworden is, mag je het deeg nog een minuutje verder kneden met de hand en daarna opbollen. Laat 10 minuutjes rijzen. Smeer de bakplaat in met boter. Verdeel het deeg in hoopjes van 40 g en bol ze op. Leg ze op de bakplaat. Klop het andere eitje los en bestrijk hiermee de deegballetjes. Laat nog 1 uur rijzen en bak 20 minuutjes in een voorverwarmde oven op 200°. Je mag er ook nog chocoladedruppels bijdoen, of rozijnen, of parelsuiker, maar da's heiligschennis en daar doen jullie niet aan mee hé? Onzen witte vond ze in ieder geval lekker ruiken. Smakelijk! Ann